drakensbergen dag 4, Uhmlanga - Reisverslag uit Phuthaditjhaba, Zuid-Afrika van mariska gier - WaarBenJij.nu drakensbergen dag 4, Uhmlanga - Reisverslag uit Phuthaditjhaba, Zuid-Afrika van mariska gier - WaarBenJij.nu

drakensbergen dag 4, Uhmlanga

Door: Mariska en Niels

Blijf op de hoogte en volg mariska

23 April 2014 | Zuid-Afrika, Phuthaditjhaba

Ons bed lag vannacht weer heerlijk, maar de wind heeft ervoor gezorgd dat ik een aantal keer vannacht wakker ben geweest. De wind suisde met hoge snelheid langs de bergen, tegen ons huisje aan, wat zorgde voor een hels kabaal. Om half 7 gaat die, maar al te bekende wekker, weer af en staan we op. We pakken onze rugzakken weer in, want vandaag verlaten we Witsieshoek en zullen we teruglopen naar het Royal Natal Park. We vertrekken naar de eetzaal, om een ontbijtje naar binnen te werken en lopen dan naar de receptie om ons lunchpakketje op te halen. Bij de receptie bellen we ook Eunice op. Zij zal ons komen ophalen bij het Mahai Campsite, dat zich bevindt in het Royal Natal Park. De mensen achter de receptie vertellen ons, dat de wandeling ongeveer 2 tot 2,5 uur in beslag zal nemen. Het is nu kwart voor 8, dus we vragen of Eunice ons wil ophalen om half 11.

Vandaag zullen we zonder gids op pad gaan, maar de vrouw achter de receptie, verzekerd ons dat het een eenvoudige weg is om te lopen. We hebben geen kaart van het gebied en ook geen beschrijving hoe we moeten lopen, maar volgens de receptioniste hebben we dat ook niet nodig. We vragen haar welke weg we moeten nemen en ze laat ons zien welk pad we op moeten lopen.

En daar gaan we dan. Met onze rugzak op de rug, voor de laatste keer deze drie dagen. Over een paar uurtjes komen we hopelijk aan op de eindbestemming en zullen we met een transfer, die Eunice uitvoert, terug worden gebracht naar het eerste hotel waar we hebben overnacht. Daar staat de auto geparkeerd met al onze bagage. De transfer zal een half uur in beslag nemen naar het hotel. Vanaf daar zullen we met de auto naar Uhmlanga rijden, een plaatsje vlakbij Durban. Daar zullen we dan tussen twee en drie uur aankomen. In dat hotel hebben we een binnenzwembad. We kijken er nu al naar uit, om daar een lekkere duik in te nemen en de rest van de middag lekker te relaxen.

Maar zo ver zijn we nog niet. We zullen eerst nog een paar uur moeten lopen. De spierpijn is er niet beter op geworden en mijn voeten hebben er inmiddels nog een paar blaren bij gekregen. Over de pijn zet ik me heen en ik probeer te genieten van de hike. We hebben ons goed aangekleed, een lange broek, fleecevest en een jas dit keer. Ze hebben regen op gegeven voor vandaag. Hopelijk lukt het ons om de regen voor de blijven. Het pad waar we op lopen is smal. Aan weerszijden groeit er lang gras en vaak genoeg groeien de planten over de weg heen. Het pad is bezaaid met losliggende stenen. Na een half uur gelopen te hebben, is ons verblijf, bovenop de berg niet meer te zien. Het pad heeft ons al om een paar bergen heen geleid. Langs de weg staan geen aanwijzingen, maar er is ook geen ander pad wat we kunnen nemen. We gaan er tot dusver vanuit dat het allemaal goed gaat. Het pad zorgt ervoor dat we steeds verder dalen. En elke keer als we weer om een berg heen zijn gelopen, zien we nog meer bergen. Waar het pad ons helemaal naartoe leidt, weten we niet, maar we weten wel dat we nog een heel eind moeten lopen.
Tijd om even te rusten, nemen we niet.Want hoe sneller we beneden zijn, hoe eerder we straks in het zwembad kunnen liggen. Dan komen we bij een klein houten bruggetje, gemaakt van boomstammen, dat ons over een klein waterstroompje heen leidt. Na nog een aantal kilometer komen we bij een rivier die we oversteken en passeren we een waterval. We maken een paar mooie foto's en vervolgen onze weg. De omgeving waar we in lopen, verandert. Beneden in het dal, zien we stukken bos. Naast ons zien we bergen met rotsen. Ook krijgen de bergen steeds meer begroeiing. We lopen kilometers over het smalle pad. Het is belangrijk dat we geconcentreerd blijven op de weg. We moeten goed op letten waar we onze voeten zetten, want een stap verkeerd en we dalen de afgrond in. En dan begint het ook nog te regenen. De regen zorgt ervoor dat het hoge gras, waar we steeds tegenaan lopen met onze broek, steeds natter wordt. Ook de ondergrond waar we op lopen begint steeds glibberiger te worden. Af en toe voel ik mijn voet wegglijden en telkens weer zit mijn hart bovenin mijn keel. Gelukkig loopt het steeds goed af.

De weg begint steeds meer rotsen in de weg te krijgen en het pad wat er eerst voor zorgde dat we steeds wat verder daalden, blijft nu op gelijke hoogte of daalt soms ligjes. Tot nu toe hebben we nog steeds geen aanwijzing langs de weg zien staan. We zijn nu al ruim een uur onderweg en hopen eigenlijk wel een teken tegen te komen. Aangezien we geen andere weg zien, gaan we er nog steeds vanuit dat we goed lopen.

We passeren grote uitstekende rotsen en zien dan in de verte een bordje staan. Na nog een stuk gelopen te hebben, zien we het bordje aan de rechterkant staan. We lezen wat er op het bordje staat. Vertaald uit het Afrikaans staat er het volgende: 'Dit pad moet misschien binnenkort gesloten worden. Volg niet het kortpad. Dit kan erosie veroorzaken." Dit is niet echt een aanwijzing die wij nodig hadden. We hadden liever geweten, hoeveel kilometer we nog hadden moeten lopen. Voor ons zien we een pad dat bestaat uit platgeslagen gras.Als we naar links kijken, zien we ook nog iets wat lijkt op een pad dat naar beneden loopt. Maar dit pad is zo volgegroeid, dat we er vanuit gaan dat we het andere pad moeten nemen. En de receptioniste heeft ons verteld, dat we alleen maar rechtdoor moesten lopen. Dus we gaan rechtdoor. Het pad wordt er niet beter op. We lopen nu nog dichter langs de afgrond en soms is, door het hoogstaande gras, niet goed te zien, wat het pad is, en waar de afgrond. We lopen hier heel voorzichtig. Soms liggen er takken op de weg, die ervoor kunnen zorgen dat we struikelen. We houden onze ogen dus goed gericht op het pad. En dan horen we ineens een geluid. Het lijkt wel alsof een man ons roept. We stoppen met lopen en we kijken goed om ons heen. Dan kijken we naar links. Daar zien we een berg met een heleboel bomen. We horen het geluid weer en dan zien we tussen de bomen en de rotsen wat lopen. Als we heel goed kijken zien we dat er bavianen lopen. Zij waren dus degene die naar ons riepen. We besluiten na een aantal slokjes water genomen te hebben, weer verder te lopen. Aan de rechterkant zien we allemaal verbrande bomen staan. Sommigen van die bomen staan inmiddels al weer in bloei. Hoe zou dit kunnen? Vragen we ons af. Het graspad, waar we op lopen, ziet er niet verbrand uit. En de verdere begroeiing op de berg ook niet. En dan steken we weer een paar waterstroompjes over. Aan het graspad lijkt geen einde te komen en we vinden het ook raar dat we nu niet meer dalen, maar gelijk blijven. We hadden juist verwacht steeds verder te dalen. Maar elke keer vestigen we onze hoop op de volgende bocht. Na de bocht zien we echter weer het graspad en nog steeds zien we niets wat lijkt op een herkenningspunt. We beginnen nu toch wel een beetje te twijfelen of we goed gaan.

Na een uurtje op het graspad gelopen te hebben, krijgen we de schrik van ons leven. Het pad houdt ineens op. Links, rechts,voor en achter ons zijn bergen. Hoe kan het nou dat het pad ineens stopt? We kijken vast niet goed, stellen we onszelf gerust. Maar terwijl we van het pad afstappen, een berg op, zien we nergens iets dat ook maar op een pad lijkt. We hebben geen idee waar we zijn, we hebben geen kaart, weten niet hoever we hebben gelopen en er is niemand in de buurt aan wie we de weg kunnen vragen. We zijn onderweg niemand tegengekomen, op de bavianen na. En er is vanaf hier geen dorp te bekennen. Wat moeten we nu doen? We besluiten om de berg die we recht voor ons zien, omhoog te lopen. Er is geen pad, dus we worstelen ons door het hoge gras en de planten. Het is een stijle weg omhoog, die het uiterste vergt van ons lichaam. Maar eenmaal op de top, kunnen we misschien zien waar we zijn en zien we misschien een pad wat we kunnen nemen. Maar eenmaal op de top, zien we alleen nog maar meer bergen. We zien geen dorpjes, geen andere paden en geen herkenningspunten. En dan kijk ik achter me. Ik zie ineens ons hotel staan: Witsieshoek. Hemelsbreed is het misschien 3 of 4 kilometer vanaf ons verwijderd. We staan op een berg, ongeveer op gelijke hoogte met Witsieshoek en zijn er twee bergtoppen van verwijderd. Dat kan toch nooit goed zijn? Het kan toch niet zo zijn, dat we nu op gelijke hoogte staan met het hotel, waarvandaan we zijn vertrokken? Het was juist de bedoeling dat we zouden dalen.

En dan realiseren we ons dat we zijn verdwaald. En er is niets of niemand die ons hier kan helpen. We hebben alleen elkaar en onze rugzakken. Daar staan we dan. Op de top van een berg, in niemandsland. Wat hebben we verkeerd gedaan? Vragen we onszelf af. Hebben we ergens een verkeerd pad genomen? Maar dat kan haast niet, want we zijn nergens afgeslagen en zijn alleen rechtdoor gelopen. Hoe komen we er nu ooit achter waar we zijn, zonder kaart? We proberen om niet in paniek te raken. We zijn nu eenmaal verdwaald en we moeten nu bedenken hoe we dit probleem gaan oplossen. We hebben beide geen zin om nog verder te gaan dwalen op een plek waar niemand ons ooit zal gaan vinden.

Dan bedenk ik me, dat ik in mijn rugzak het formulier heb, waarop het telefoonnummer van Eunice staat vermeldt. We moeten haar sowiezo bellen om te laten weten dat we niet om half 11 op de afgesproken plek zijn. We leggen haar uit dat we denken dat we verdwaald zijn. Het pad is ineens gestopt. Ze vraagt of dat we kunnen omschrijven waar we ongeveer zijn, maar zonder al te veel herkenningspunten is dat lastig. Ze gaat proberen te achterhalen via de kaart, waar we ergens zijn. Na een paar minuten belt ze terug. Ze vertelt ons dat ze geen idee heeft waar we ergens zijn en begrijpt niet hoe we het voor elkaar hebben gekregen om te verdwalen. Ze vertelt ons dat we maar op zoek moeten naar een herkenningspunt en haar dan weer moeten bellen. Maar we zijn onderweg niets tegengekomen, dus dat gaat hem niet worden. Wat is de eenvoudigste oplossing als je verdwaald bent?

Natuurlijk, dezelfde weg weer teruglopen. We besluiten om dezelfde weg weer terug te lopen en terug te gaan naar Witsieshoek. Dan laten we ons daar ophalen en terugbrengen naar het eerste hotel. Ondertussen heeft Eunice ook Sarah ingelicht. Sarah is werkzaam bij Active Escape, waar wij de hikedagen bij geregeld hebben. Sarah stuurt ons een sms bericht met een korte en bondige uitleg over de weg die we zouden kunnen nemen. Echter komt niets in haar beschrijving ons bekend voor. We laten haar middels een smsbericht weten dat we besloten hebben om dezelfde weg terug te lopen en dat we opgehaald willen worden bij Witsieshoek. Sarah laat ons weten dat ze ook denkt dat dat de beste oplossing is.

Wat zijn wij blij dat we een telefoon bij ons hadden en dat we bereik hadden. Iedereen is er nu van op de hoogte dat we verdwaald zijn, dat geeft toch wel een fijn gevoel. Al staan we er nog steeds natuurlijk alleen voor. We zullen zelf de weg terug moeten vinden. Als we naar de lucht kijken, zien we donkere wolken in de bergen hangen. Het zal niet lang meer duren voordat het zal gaan regenen. En dan voelen we de druppels. Het begint steeds harder te regenen. Het pad waar we op lopen wordt nu echt gevaarlijk. Het gras is glad en de stenen en rotsen lijken soms wel van ijs, zo glad. We proberen onszelf houvast te geven aan het lange gras aan de bergzijde. We helpen elkaar over de rotsen heen en zijn heel voorzichtig. Mijn benen zijn inmiddels verzuurd. Het liefst ga ik zitten en even een tijdje uitrusten.

Maar daar is geen tijd voor. En verstandig is het al helemaal niet. We zien mist opkomen, hele dichte mist en het komt steeds dichter naar ons toe. We moeten zorgen dat we de watervallen zijn overgestoken, voordat ze gehuld zijn in de mist. De omgeving waar we in lopen wordt steeds lastiger te herkennen door de laaghangende mist. We vertrouwen op ons instinct en lopen zo snel als dat we kunnen. Dan steken we de watervallen over en komen we op een plek die open is. Het is nu niet meer heel duidelijk welk pad we op moeten lopen en inmiddels is de mist zo dicht dat we ook niet precies weten waar we zijn. Shit, dit hadden we niet helemaal ingecalculeerd. We dachten dat de weg terug niet zo moeilijk zou zijn, maar de dichte mist zorgt ervoor dat het toch een stuk lastiger is, dan dat we dachten. We moeten kiezen, links of rechts afbuigen. Welk pad hebben we vanochtend gelopen? We weten het niet meer. We herkennen niets en beginnen nu toch wel een beetje knikkende knietjes te krijgen. Als we nu een verkeerd pad kiezen en de mist blijft ons achtervolgen, dan komen we die bergen nooit meer uit.

Mijn benen willen het opgeven, maar mijn verstand zegt, dat ik niet mag opgeven. Zeker nu niet. We gaan wat langzamer lopen en hopen dat we het juiste pad hebben gekozen. We moeten steeds meer klimmen. De weg leidt naar boven toe. Heb ik die steen nou ook op de heenweg gezien? Het onzekere gevoel, van niet weten of je wel op de goede weg loopt, zorgt voor een naar gevoel in onze buik. En dan ineens hoort Niels een waterstraaltje. 'Hoor je dat ook?' vraagt hij aan mij. 'Wat bedoel je?' vraag ik hem. Niels begint vrolijk te kijken. 'Dat waterstraaltje dat je hoort, lijkt op het geluid van iemand die staat te plassen. Op de heenweg heb ik dat tegen je gezegd.' En dan herrinner ik het me ook. Dus dat betekent dat we op de juiste weg lopen? Vanbinnen maak ik een klein vreugdedansje en dan besluiten we dat we nu wel even kunnen stoppen. Het is intussen opgehouden met regenen en we pakken ons lunchpakketje erbij. We vallen bijna om van de honger, dus dat lunchpakketje gaat er wel in. Na het eten van onze lunch, vervolgen we onze weg. Een klein zonnetje breekt door de wolken heen en beginnen steeds meer blauwe lucht te zien, naarmate we hoger klimmen.

En dan zien we, op een bergtop, een hertje staan. Het lijkt alsof hij op de uitkijk staat. En dan rent het hertje weg. Zal dat een teken zijn dat we in de buurt gaan komen? En dan, nadat we om een berg heen zijn gelopen, geven we elkaar een dikke zoen. We zien namelijk in de verte Witsieshoek staan. En we weten dat het vanaf hier niet ver meer is. We laten Eunice weten dat we met een kwartier in Witsieshoek zijn en of dat zij daar dan heen wil komen.

Ze laat ons weten dat het 1.5 uur duurt voordat ze er kan zijn. Lopend is het hooguit 16 km lopen, maar met de auto moet je helemaal omrijden en de wegen zijn slecht. Naar het pick-up point lopen, willen we niet meer. We hebben er genoeg van. Onze schoenen zijn doorweekt, we zijn koud door de regen en zijn toe aan een warm kopje koffie. Bij het hotel kijken ze gek op, als ze ons ineens weer zien staan. We vertellen wat er gebeurd is en dan laat de receptioniste een a4-tje zien met een gedetailleerde routebeschrijving, van de route die we hadden moeten lopen. 'Daar kom je nu wel een beetje laat mee...' zeggen we tegen haar. Dit hadden we nodig gehad voordat we op pad gingen. Waarom heeft ze ons die beschrijving niet meegegeven?

Dan gaan we in de lounge zitten, trekken we droge kleding aan en drinken we een kopje koffie. Het kan nog wel even duren voordat onze transfer er is, dus we doden de tijd door maar een film te gaan kijken. Na 1,5 uur zien we nog steeds geen auto en beginnen we toch wel een beetje nerveus te worden. De tijd die deze vrouw heen moet rijden om ons op te halen, moeten we natuurlijk ook weer terugrijden. En als we aan zijn gekomen bij ons eerste hotel, moeten we vanaf daar nog 3 uur rijden naar Uhmlanga. We rijden liever niet in het donker, omdat er hier geen straatverlichting is, zoals bij ons in Nederland.

En dan ineens krijgen we een smsje van Sarah. Ze laat weten dat Eunice is ingelicht en dat het 2,5 uur duurt voor haar, om hier te komen. We schrikken ons rot. Ze had toch 1,5 uur gezegd? En zou ze nu pas Eunice hebben ingelicht? Maar wij hadden toch direct contact met Eunice gehad? We snappen er nu niks meer van. En dan ineens staat er een bekend gezicht voor onze neus; onze gids Samson van gisteren. We leggen hem uit wat er is gebeurt en hij vertelt ons dat hij direct navraag gaat doen bij de receptie. Als hij terugkomt vertelt hij dat we nog 10 minuten moeten wachten en hij blijkt gelijk te hebben. Ondertussen lijkt het wel of buiten alle waterkranen zijn opengedraaid, want de regen komt met bakken naar beneden zetten. De auto komt voorrijden en we stappen in.

Vervolg:
Dit taxirit grapje kost ons 1120 ZAR. Dat is omgerekend 80 euro. Het is veel geld, wat we liever ergens anders aan hadden besteed. Maar bij geluk is daar nog een man die graag mee wil rijden. We vragen hem of hij dan wel wil delen in de kosten en dat vindt hij geen probleem. Uiteindelijk kost het taxiritje ons maar 40 euro. De weg die we afleggen met de auto is lang. Er zijn veel wegen onder constructie, waardoor er veel oponthoud is. Daarnaast zitten er veel gaten in de weg en is de rijstijl van onze taxichauffeuze ook niet al te best. We doen er bijna 2,5 uur over om terug te komen bij ons eerste hotel . Gelukkig staat onze auto daar op ons te wachten. We checken of dat al onze bagage nog in de auo zit, wat gelukkig zo is en vertrekken niet veel later. De tomtom vertelt ons dat we ruim drie uur nodig hebben om in Uhmlanga te komen.

We redden het niet meer om voor het donker aan te komen en leggen ons daar bij neer. Als het eenmaal donker is, is het ook echt heel donker. Enkel de reflectoren op de weg lichten soms wat op. Het scheelt dat we niet de enige zijn op de weg en het helpt om achter andere auto's aan te rijden. Echter komen we ook genoeg gevaarlijke tafferelen tegen onderweg. Auto's die zonder licht rijden bijvoorbeeld.

Om half 8 komen we dan uiteindelijk aan in ons hotel. We checken in en parkeren de auto in de ondergrondse parkeergarage. Het hotel ziet er prachtig uit. Er hangt een grote kroonluchter, met honderden diamantjes aan het plafond. Het doet allemaal erg luxe aan. Onze bagage wordt netjes op de kamer gebracht en daar wacht ons een verrassing. De kamer ziet er perfect uit. Een keukentje, zithoek, tweepersoonsbed en een nette badkamer. In de keuken staat een wasmachine! En de wasmachine kan ook drogen. We besluiten om hier meteen gebruik van te maken en gooien de wasmachine vol met onze vuile was.

Na deze lange enerverende dag, hebben we geen zin meer om zelf te gaan koken. Dus we lopen naar het restaurant om ons daar te laten verwennen met een lekker stukje vlees. Na het eten nemen we een duik in het binnenzwembad en daarna zoeken we onze kamer weer op. Vanavond gebruiken we om onszelf weer op te laden. We besluiten om morgenochtend uit te slapen, zodat we er weer helemaal tegenaan kunnen.

  • 24 April 2014 - 15:00

    Judith De Hoop:

    Pfff en dit noemen ze vakantie ;-)

  • 24 April 2014 - 15:03

    Judith De Hoop:

    Trouwens die foto's zijn adembenemend mooi!!!!

  • 24 April 2014 - 18:47

    Pa En Ma De Hoop:

    tjonge jonge zeg, je zit dit verhaal met kromme tenen te lezen............ en als verrassing staat er nog onder dat het vervolgd wordt ook nog, kan het nog spannender??????? Fijn dat julllie weer veilig beneden zijn aangekomen in het hotel..... Volgende vakantie maar naar de voormolen... ha ha Groeten pa en ma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

mariska

Actief sinds 20 Mei 2013
Verslag gelezen: 391
Totaal aantal bezoekers 75611

Voorgaande reizen:

24 Juli 2018 - 10 Augustus 2018

Noorwegen rondreis met de auto

15 December 2016 - 19 December 2016

Dubai

22 Februari 2016 - 29 Februari 2016

Fins Lapland 2016

29 Mei 2015 - 30 Juni 2015

Amerika

11 April 2014 - 07 Mei 2014

Zuid Afrika

19 Mei 2013 - 31 December 2013

Mijn eerste reis

25 Mei 2013 - 17 Juni 2013

thailand

Landen bezocht: